Feitenfundament Leidse bedrijventerreinen

1. Werkgelegenheid op de terreinen

1b. Banenontwikkeling en arbeidsdichtheid bedrijventerreinen

Waar vindt de banengroei meer specifiek plaats? In de tabel een overzicht sinds 2012.

2 Exclusief BSP Oegstgeest (zie bijlage voor getallen inclusief)

Een aantal signaleringen en aanvullingen:

  • Over de hele linie groeit het aantal banen, met uitzondering van de gemengde bedrijventerreinen en Boerhaave. Vooral de daling tussen 2012 en 2015 op de terreinen is opvallend. Dat was de nasleep van de kredietcrisis
  • Het grote economische trekpaard is het science park. Waar de stedelijke economie tussen 2012 en 2015 stagneert, groeit de omvang van het park in die periode met circa 20%. De arbeidsplaatsen aan de westzijde van het park buiten de gemeentegrenzen zijn nog niet eens meegerekend in deze opstelling
  • De binnenstadseconomie groeit en diversifieert. Maar circa driekwart van de werkgelegenheid komt van buiten de klassieke retail (winkels en horeca). De binnenstad is en stuk minder de huiskamer van de stad dan voorheen en wordt – we merkten het al op – meer en meer een bedrijventerrein
  • Een verklaring voor zowel de groei in de binnenstad als in de overige gebieden is de opmars van de zelfstandigen, steeds meer stadsbewoners kiezen voor een loopbaan buiten het loondienstverband om en starten een eigen onderneming, vaak op het eigen huisadres

Hoe verklaren we het banenverlies op de Leidse gemengde bedrijventerreinen?

In de onderste tabel volgen we de ontwikkeling van het aantal banen per terrein, op volgorde van de omvang in 2020.

Wat zien we gebeuren?

  • De nasleep van de kredietcrisis en de eurocrisis trekken hun sporen tussen 2012 en 2015, veel bedrijven staan onder liquiditeitsdruk, een aantal middelgrote mkb-bedrijven hebben een deel van hun personeel moeten laten gaan, vooral in de bouwnijverheid
  • De meeste terreinen weten het werkgelegenheidsverlies uit die periode niet meer te compenseren en op De Waard blijft het aantal arbeidsplaatsen zelfs gestaag dalen. De grote uitzondering – naast het science park – is de Rooseveltstraat
  • Schommelingen worden ook veroorzaakt door incidenten, het vertrek van een grote werkgever (een reorganisatie van een grote non-profitorganisatie telt flink door, zoals het vertrek van een postbedrijf op Roomburg tussen 2012 en 2015).

Er hoort nog een analyse bij. De vuistregel is dat omstreeks 30% van de arbeidsplaatsen in Nederland te vinden is op daartoe speciaal ingerichte bedrijventerreinen. Dat haalt Leiden, als we het sciencepark niet meenemen, bij lange na niet. De absolute omvang van de terrein-werkgelegenheid in Leiden is klein. We maken een flitsvergelijking met Alphen met cijfers uit 2017 (recentere cijfers zijn er voor Alphen niet).3 We kijken alleen naar de gemengde bedrijventerreinen.

3 Kwalitatieve verdieping bedrijventerreinen Rijn- en Veenstreek, Stec Groep (2018)

4 Inclusief ca. 6 hectare kantorenpark Lammenschans

Leiden heeft maar beperkte ruimte voor gemengde bedrijvigheid, Alphen beschikt over driemaal zoveel terreinmeters. Kun je nu zeggen dat Leiden z’n terreinwerkgelegenheid ‘geoutsourced’ heeft naar elders? Elke aannemer weet dat er soms met zware spullen over flinke afstanden gesleept moet worden, omdat er dichterbij Leiden geen depots meer zijn. Toch ligt het genuanceerder. De arbeidsplaatsendichtheid op de Leidse terreinen is ruim twee keer zo hoog als op de Alphense terreinen. Leiden is gewoon zuiniger omgesprongen met de ruimte. Het is zelfs beleid geweest in de tijd dat Leiden nog vrij uitgeefbare hectares had. Op Roomburg kwam je alleen binnen wanneer je ten minste 100 banen per hectare meenam (en in het geval van kantoorwerkgelegenheid zelfs 500 plaatsen per hectare). Ter vergelijking: in het nabije Groene Hart zijn nog terreinen met 12 of 13 banen per hectare. In Leidse ogen is dat zeer inefficiënt ruimtegebruik.

We zoomen in en geven in de volgende tabel de werkgelegenheid en arbeidsdichtheid per terrein, inclusief Bio Science Park. Voor Boerhaave zijn geen getallen over hectares bedrijfsruimten bekend.

Het Bio Science Park heeft een zeer hoge arbeidsplaatsendichtheid en behoort tot de absolute koplopers in Zuid-Holland. Maar er zijn meer terreinen met behoorlijk veel werkplekken op een beperkt aantal meters. Recent heeft de Provincie Zuid-Holland een dataset laten samenstellen van alle bedrijventerreinen vanaf 5 hectare. Uit dat onderzoek bleek dat slechts 40 van de 350 terreinen een dichtheid kent van boven de 100 banen per hectare. Maar tussen die 40 zitten 5 Leidse gemengde terreinen.

Overigens komt zelfs De Waard in dat overzicht nog in de top 50. Het aantal banen is dalende maar met 82 banen per hectare is er nog steeds sprake van een bovengemiddelde score. Natuurlijk zegt dat ook iets over de uitgesproken lage arbeidsdichtheid van veel andere Zuid-Hollandse terreinen, we zagen dat al bij Alphen voorbij komen. Maar de druk op de Leidse ruimte nodigt blijkbaar ook uit tot efficiënt ruimtegebruik.
Punt blijft dat in de rest van de stad de arbeidsdichtheid toeneemt. Terwijl deze op de terreinen afneemt of op zijn best stabiel is. Is dat een typisch Leids fenomeen?

We vergelijken met de vier grootste bedrijventerreinen in de nabije kennisstad Delft. We hanteren provinciale cijfers – twee niet gerelateerde onderzoeken maar met gebruik van dezelfde Bedrijvenregister-data.5

5Staat van Zuid-Holland 2013, webapplicatie & Vitaliteit Bedrijventerreinen 2021, rapport met webapplicatie

Het is maar een enkele vergelijking, maar de overeenkomst met de trend in Leiden is opvallend. De werkgelegenheid op de twee scienceparken (Delftech en Technopolis) groeit, op de gemengde bedrijventerreinen daalt deze juist. De economie van zowel Leiden als Delft lijkt zich te specialiseren. Het is een stapeling van kennis + kenniswerkers + kennisgedreven arbeid. De groei van de kennisclusters is zelfs nog enigszins geflatteerd weergegeven, omdat er ook veel clustergerelateerde bedrijvigheid elders in de stad terecht komt. De gemengde terreinen met veel toeleverende en verzorgende functies verliezen relatief aan positie.

MANAGEMENTSUMMARY

Voor u ligt de samenvatting van het Feitenfundament Leidse Bedrijventerreinen, waarin wordt gekeken naar de sterktes, zwaktes, kansen & uitdagingen van de Leidse bedrijventerreinen. Hierbij wordt ingezoomd op een aantal thema’s: de werkgelegenheid, de bedrijven op de terreinen, de toegevoegde economische waarde per terrein en een aantal toekomstgerichte opinievormende- en discussiethema’s.

In dit feitenfundament worden in totaal 12 gebieden behandeld: het Leiden Bio Science Park (LBSP), de tien klassieke bedrijventerreinen en één woon-werkwijk (Boerhaave).

Deze samenvatting is opgesteld door de drie opdrachtgevers – de Gemeente Leiden, Bedrijvig Leiden & Ondernemend Leiden – en is gebaseerd op de bevindingen uit het rapport van Onderzoeksinstituut Blaauwberg.

Hoofdbevindingen
Onderstaand een aantal hoofdbevindingen over de Leidse bedrijventerreinen uit het feitenfundament:

  • De gemengde bedrijventerreinen zijn goed voor 11,2 % van de Leidse werkgelegenheid. Wel is deze in 2012-2020 afgenomen, terwijl deze op het LBSP met 20 % is toegenomen. De terreinen kennen een hoge arbeidsdichtheid en onderscheiden zich met het relatief hoge aantal banen voor lager & middelbaar opgeleiden. De werkgelegenheid in deze categorieën staat onder druk, dit is onder andere zichtbaar in het tekort aan stageplaatsen voor studenten aan het mbo en hbo.
  • De Leidse bedrijventerreinen kennen een beperkte industriële sector en kenmerken zich door het gemengde karakter, met plaats voor verschillende vormen van bedrijvigheid. Zo wordt er gewerkt en vindt men er andere economische of ondersteunende functies. De terreinen hebben een stadsverzorgende functie en er is een toename van nieuwe economische functies zoals leisure en ICT-bedrijvigheid. Ook de bouwbedrijven, autogarages, groothandel en facilitaire dienstverlening zijn belangrijk.
  • Het LBSP is goed voor 27 % van de Leidse banen en is met 36 % van de Toegevoegde Waarde (TW) de motor van de Leidse economie. De gemengde bedrijventerreinen zijn goed voor 9,7 % van de totaal gerealiseerde TW in Leiden en dit valt gezien de 11,2 % werkgelegenheid wat tegen.
  • De gemengde bedrijventerreinen zijn op een reguliere werkdag goed voor minimaal 10.000 vervoersbewegingen aan forensenverkeer. Dit is een beperkt aandeel van alle Leidse vervoersbewegingen, alhoewel het werkelijk aantal mogelijk hoger ligt door klantbezoek, toeleveranciers, sluipverkeer en zakelijke meetings. Op de bereikbaarheid valt winst te behalen omdat forensverkeer vooral tijdens de spitstijden af- en aan reist met files en tijdsverlies als gevolg. De bereikbaarheid met het openbaar vervoer (OV) van de terreinen is daarbij beperkt.

Conclusie & de toekomst van de bedrijventerreinen

Met de feiten en data is gekeken naar kansen & uitdagingen, de toekomstige rol van de Leidse bedrijventerreinen. Dit is gebaseerd op het begrip ’15-minutenstad’, waarbinnen de gebruiker centraal wordt gesteld, ofwel de ondernemers, medewerkers en de bezoekers. In een ’15-minutenstad’ is er voldoende lokale werkgelegenheid en liggen alle belangrijke voorzieningen op 15 minuten loopafstand. Wanneer men de gebruiker en het lokale voorzieningenniveau van de terreinen centraal stelt komt de potentie van de bedrijventerreinen naar voren.

Hieronder een aantal voorstellen om de bedrijventerreinen en het voorzieningenniveau duurzaam te ontwikkelen:

  • Binnen de ’15-minutenstad’ zit de kracht van de Leidse gemengde bedrijventerreinen hem in de ‘economische diversiteit’ en het brede voorzieningenaanbod. De terreinen vervullen zo een belangrijke rol door het aanbod van een sterk en divers lokaal voorzieningenniveau aan de veeleisende en internationaliserende thuismarkt. Juist de mix aan bedrijven, aansluitend op de behoeftes van Leidenaren en Leidse bedrijven, kan de gemengde bedrijventerreinen een nieuw en onderscheidend verhaal geven. De ligging van de terreinen is goed, ze zijn zeer gemengd en kennen een hoge arbeidsdichtheid. Wel is het binnen de ‘15-minutenstad’ belangrijk de bereikbaarheid van de terreinen te verbeteren met betere OV-ontsluitingen en fietsfaciliteiten.
  • De gemengde bedrijventerreinen bieden tussen de 7 en 26 % werkgelegenheid aan lager opgeleiden en tussen de 30 en 42 % aan middelbaar opgeleiden (t.o.v. 1 % lager opgeleiden en 30 % middelbaar opgeleiden op het LBSP). De terreinen spelen zodoende een belangrijke rol voor een inclusieve economie met banen in alle gelederen. De afgelopen jaren is in Leiden vooral het aantal kennisintensieve banen toegenomen. Voor de inclusieve economie is het belangrijk om de aantrekkingskracht voor bedrijven die werkgelegenheid aan lager- en middelbaar opgeleiden aanbieden te versterken.
  • De dure grondprijzen en de hoge ruimtedruk leggen druk op ruimte-eisende en economisch minder rendabele bedrijvigheid. Hiermee staat de economische diversiteit, het voorzieningenniveau en de inclusiviteit van de 15-minutenstad onder druk. Er zijn verschillende mechanismes mogelijk om de dure grondprijzen voor deze vormen van bedrijvigheid te compenseren, zoals het opnieuw inzetten van het Stichting Werk & Ondernemen-mechanisme. Zo kan het voorzieningenniveau en de inclusiviteit in de 15-minutenstad worden versterkt.
  • Als ‘waterrijke stad’ heeft Leiden potentie voor toekomstige stadsdistributie over het water. Echter is er een aantal uitdagingen waar rekening mee gehouden moet worden. Zo ontbreekt het hedendaags aan houdbare businesscases voor vervoer over water. Een gezamenlijke inspanning van alle betrokkenen en belanghebbenden is daarom vereist om dit toekomstige potentieel te benutten.
  • Op de bedrijventerreinen en in woonwijken kan worden gekeken naar slimme combinaties om de ‘quality of life’ binnen de 15-minutenstad te verbeteren: groene singels, horeca, en fitness op bedrijventerreinen; ruimte voor dienstverlening in de woonwijken. Hierbij moeten de behoeften van de medewerkers en gebruikers centraal worden gesteld.
  • De ontwikkeling van een thematisch terrein is mogelijk. Dit moet worden gezocht in de hoek van de maakindustrie om een grote economische impact te realiseren. Aan de maakindustrie zitten ‘waardeketens’ vast van ontwerpers, financiers en toeleveranciers. Ze verbinden de terreinen met hoogproductieve gebieden elders in de wereld. De maakindustrie bindt bovendien hooggeschoolde arbeid met veel waarde toevoeging. Zo’n keuze vergt echter een lange adem en ‘nee’ zeggen tegen concurrerende claims is vereist, kijk naar het succes van het LBSP.
  • De Leidse bedrijventerreinen kunnen een rol spelen in de energietransitie. Wel liggen er moeilijkheden door de kleine gebouwen, verschillende bouwstijlen en het intensieve gebruik van de schaarse ruimte. Belangrijk is dat de energietransitie ‘collectief’ wordt aangepakt. Daarnaast zijn er kansen voor nieuwe markten: technische kennis, lokale energieopwekking, marktschepping voor duurzame energie, lokale beheersmaatschappijen, etc.
Feitenfundament Leidse bedrijventerreinen