Aan het begin van dit onderzoek was een overweging om een typering te maken van elk individueel bedrijf in het geheel van de stad. Dat zou een typering moeten zijn op kwalitatieve gronden met sterkte- en zwakteanalyse. Er bestaan al honderden pagina’s aan materiaal met beschrijvingen.
Op grond van het verrichte onderzoek, is zo’n typologie niet echt zinvol. We stellen het volgende vast:
- De zeven terreinen zijn allemaal bij uitstek ‘gemengd’ en hebben geen duidelijk thematisch profiel. Je kunt met enige moeite hier en daar een veronderstelling uitspreken, bijvoorbeeld dat De Waard vanwege de aanwezigheid van de gemeentereiniging en Van Diemen sloopwerken vooral een terrein voor stadsonderhoud is. Maar om de hoek zit Meester Techniek, bij uitstek een high tech onderneming. Zo is het ook de op de andere terreinen. De enige uitzonderingen zijn het sciencepark en het Boerhaavedistrict. Dat laatste onderscheidt zich vooral omdat het een echt woonwerklandschap is, een mooie showcase voor het samengaan van wonen en werken. Er is in het verleden ook niet gestuurd op thema of kleur. Er is gestuurd op arbeidsplaatsendichtheid
- De zeven terreinen onderscheiden zich onderling vrij minimaal. Het onderscheid tussen de zeven gezamenlijk aan de ene kant en de terreinen in buurstad Alphen aan de andere kant is veel groter. Natuurlijk zijn er wel verschillen op te merken, maar ze zijn in regionaal verband gewoon niet noemenswaardig
- Volgens de provinciale leegstandsmonitor bedraagt de leegstand op Roomburg 5%, op de Rooseveltstraat 3%, op Trekvliet 1%, op De Waard 8% en op De Hallen 17%. De eerste drie zitten op of beneden de frictieleegstand van 5%. De Waard en De Hallen zitten er boven, maar het zijn twee kleine terreinen. Met één bedrijfsverhuizing is het gat met de rest weer gedicht. Ter aanvulling een vergelijkingscijfer uit diezelfde monitor: de leegstand op Trekvliet, De Waard, Roomburg, Rooseveltstraat, Veilingterrein en De Hallen is bij elkaar opgeteld ruim minder dan de helft (in vierkante meters) dan de leegstand op Molenwetering, het moderne terrein aan de zuidkant van Alphen
- De ligging van de terreinen is goed, in de zin dat ze zich allemaal dichtbij of zelfs in de stad bevinden. Twintig jaar geleden werd er misschien nog anders naar gekeken en was er zeker een trend om bedrijvigheid naar de rand van de stad te duwen, ten gunste van woningbouw. Nu het concept van een ‘complete stad’, een ’inclusieve stad’ of een ’15 minuten stad’ terrein wint, is die trend niet meer aan de orde. De terreinen evolueren naar werklandschappen, voorbij de tegenstelling tussen wonen en werken
- De ontsluiting van de terreinen is bijna overal lastig. Maar die last is amper in een beleidsagenda te vertalen. In een zeer intensief gebruikte stad is de ontsluiting een vrij algemeen probleem.De theoretische vraag is gesteld of Leiden in een blanco-situatie alsnog een thematisch terrein zou kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld in de Oostvlietpolder. Het antwoord is al decennialang hetzelfde: als je ergens in de regio een terrein wilt ontwikkelen met een groot effect op de economische structuur en op het verdienvermogen van de regio, dan moet je het zoeken in de hoek van de maakindustrie. Aan de maakindustrie zitten ‘waardeketens’ vast van ontwerpers, financiers en toeleveranciers. Ze verbinden de terreinen met hoogproductieve gebieden elders op de wereld. Maakindustrie bindt bovendien hooggeschoolde arbeid met veel waardetoevoeging. Eindhoven heeft zich in korte tijd met de maakindustriële strategie tot een toonaangevende regio in Europa opgewerkt. De Leidse regio zou dat in theorie ook kunnen doen. Er is met het sciencepark en wellicht ook met het spacepark een goed ‘launching platform’.
Maar zo’n keuze vergt een lange adem. Het vergt ook hardnekkig nee zeggen tegen concurrerende claims, bijvoorbeeld van verzorgende bedrijven, van logistiek of van bedrijven met een hoge milieucategorie. Zo gebeurde dat in het verleden ook letterlijk bij het sciencepark: Leidse ambtenaren werden getraind in nee zeggen tegen niet-science. Het formidabele succes van het sciencepark is niet van zelf gekomen.