Feitenfundament Leidse bedrijventerreinen

5. Opinievorming en discussie

Dit rapport is een ‘feitenfundament’ voor de visievorming over de Leidse bedrijventerreinen. Het rapport illustreert goed dat feiten en data op zich weinig waarde hebben. Ze krijgen hun waarde door duiding en vergelijking. Het is dus niet alleen een feitenrelaas, maar ook een interpreterend rapport geworden.
In dit slothoofdstuk gaan we een stap verder en dragen we voor een aantal vragen over de terreinen ook discussiemateriaal aan. We blijven nog steeds weg bij politieke afwegingen en uitspraken, maar doen wel aan opinievorming. Dat doen we aan de hand van een aantal sleutelwoorden.

5a. Terreinen in een kennisstad

Op het sciencepark en het Boerhaavedistrict na, zijn alle terreinen ontwikkeld als ‘gemengd’ terrein. Ze hebben zowel kantoor- als werkplaats werkgelegenheid, overal wordt wel iets gemaakt of op- en overgeslagen en er wordt ook bijna overal wel iets aan consumenten verkocht. Waarlijk ‘gemengde’ terreinen.

Om in deze diversiteit alsnog een samenhang of een thematische clustering te ontdekken, zou erg kunstmatig zijn. Het zijn historisch gegroeide ensembles. Het enige wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal ontstaan zijn als ‘schuifruimte’ voor bedrijven die ooit elders in de groeiende stad gevestigd waren. Sinds 1920 was in de stedenbouw het modernisme dominant, en dat ging uit van een scheiding van woon- en werkgebieden. Met name in de tijd van de stadsvernieuwing ging het hard met die scheiding: bedrijven verlieten massaal de binnenstad om plaats te maken voor huizen.

Er zijn in de regio nog verscheidene pogingen geweest om iets van een thematisch bedrijvenpark van de grond te krijgen. Meestal ging het in die gedachte om een technisch georiënteerd park, met veel maakindustrie. Maar het hele concept van een thematisch terrein is nooit van de grond gekomen, met als grote uitzondering het sciencepark.

Laten we als illustratie bij deze diversiteit een voorbeeld geven van bedrijventerrein De Waard. Daar bevindt Meester Techniek zich: een staaltje moderne high tech met een stuwend karakter, werkend voor een wereldwijde markt. Maar verstopt achter een onaanzienlijke gevel. En 200 meter verderop bevindt zich Het Warenhuis, de grootste kringloopwinkel van de regio en een strikt verzorgend, stadsondersteunende activiteit. Het zijn twee mooie bedrijven die allebei tientallen mensen werk geven en een bijzondere plek innemen in hun eigen waardeketen, maar ze hebben inhoudelijk niets met elkaar te maken.

En toch blijkt uit het feitenfundament dat de Leidse terreinen zich in macro-economisch opzicht weldegelijk onderscheiden van hun evenbeelden elders in het land: ze bewegen zich meer in het hogere segment, voldoen aan hogere prestatie-eisen, gebruiken de ruimte intensiever. Ze worden meegesleurd door het verdienvermogen van de kennisstad en maken ook gewoon onderdeel uit van die kennisstad.

Feitenfundament Leidse bedrijventerreinen