De keerzijde van de medaille is het van kleur verschieten van woonwijken. Er zijn duizenden bedrijven – praktijken van een of twee mensen – verspreid over de woonwijken. Er wordt vanuit huis gewerkt, maar de voordeur draagt trots een bedrijfsnaam. Al die kleine bedrijven roepen een vraag op naar verzamelplekken, werkplekverhuurders, cateraars, vergaderaccommodaties. Er is een sluipende functiemenging gaande. Vanuit het oogpunt van stedenbouwkundige kwaliteit is dat geen slechte ontwikkeling. De Deense stedenbouwkundige Jan Gehl introduceerde het begrip ’15 minuten stad’: de meerderheid van de bewoners moet op maximaal 15 minuten lopen van zijn huis de basale functies van het dagelijks leven vinden: werk, winkels of andere handel; sport en groen, als is het maar een Cruyffcourt; ambachten en repairshops; onderwijs, ontmoetingsplekken.
De verborgen werkgelegenheid in de woonwijken is een van de verklaringen dat de werkgelegenheid in Leiden groeit, terwijl er geen hectares bedrijventerrein aan de voorraad wordt toegevoegd. Er vindt verdichting en stapeling plaats en menging met de woonfunctie: woonlandschappen.